Als een schip, eenzaam en op drift
Stootte zij zachtjes deze drenkeling aan Haar zeilen liet zij zakken Terwijl zij danste op de golven in de maan Het koude water droop nog uit mijn kleren Toen ik het bovendek betrad Zwaarden lagen op de planken En specerijen uit een ver en warm land In een van de kajuiten trof ik een kachel Een sputterende vlam en een fles wijn De warmte stroomde van teen tot hoofd Plots vroeg het schip mij tot kapitein Hoorde ik het goed? Ik? Een drenkeling, een afgedankt matroos?! Er was iets met dit schip Wat was de reden dat het mij tot kapitein verkoos? Het schip kliefde snel en wendbaar door de hoogste golven Het bood geborgenheid in de kombuis Het hout was hard en mooi gelakt In welke haven was zij thuis? Toen ontdekte ik de doorgesneden trossen Het anker dat ontbrak Dit had ik al voorvoeld Toen ik het warme vuur ontstak Een hoge golf liet het regenen op het dek En herinnerde mij aan mijn natte kleren Ik was gered van de verdrinkingsdood Dit mooie schip deed mijn kansen keren Toch besefte ik nu dat als ik ooit het land aan deed Het schip weer weg zou drijven Dan zou ik weer matroos zijn zonder schip Wij konden niet samen blijven Sindsdien bevaar ik alle zeeën De kust zorgvuldig mijdend Nooit heb ik een schip bezeten Niets voelde zo bevrijdend!
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuthorVeel van mijn verhalen hebben iets metaforisch in zich. Soms vind ik het leuk om zaken te overdrijven zodat situaties is absurdistisch krijgen. Realiteit is bij mij een rekbaar begrip. Archives
Juli 2018
Categories
Alles
|